Overmatig robotiseren nekt Tesla

Tesla

Overmatig robotiseren ligt volgens analisten van de Amerikaanse zakenbank Bernstein ten grondslag aan de productieproblemen bij autofabrikant Tesla. Ze zijn van mening dat het bijna volledig geautomatiseerde productieproces van de Model 3 te ambitieus, te riskant en te complex is, met hogere kosten per auto tot gevolg.

In de zomer van 2017 meldde Tesla-topman Elon Musk dat er eind dat jaar 20.000 exemplaren van de nieuwe Model 3 van de band zouden rollen. Van dat type zijn inmiddels al ruim 400.000 exemplaren besteld, maar Tesla slaagt er maar niet in de productie op peil te krijgen. In totaal zijn er nog geen 12.000 auto’s van de Model 3 afgeleverd.

De te verwachten productie is inmiddels bijgesteld naar 5000 per week in juli. Of dat gaat lukken, is ook nog maar de vraag. Volgens een Tesla-medewerker is bij 40 procent van de onderdelen die in de fabriek in Fremont, Californië worden gemaakt of verwerkt namelijk correctiewerk nodig, wat opnieuw tot flinke vertragingen leidt.

Kwaliteit laat te wensen over

Naast het automatiseren van het persen, lakken en lassen, probeert Tesla in Fremont ook de assemblage op het einde te automatiseren. En daar loopt het volgens de analisten fout. De volledige robotisering van de assemblage blijkt niet alleen duur, maar de kwaliteit van de afwerking laat ook nog eens flink te wensen over.

Voor de Amerikaanse kredietbeoordelaar Moody’s zijn de productieproblemen een belangrijke reden de rating van Tesla te verlagen. Daar komt bij dat de autofabrikant ook 123.000 oudere Model S-auto’s terug moet roepen vanwege een probleem in de stuurbekrachtiging. Bovendien deed zich recent een dodelijke crash voor met een zelfrijdende Model X.

Bron: FD