Mode-industrie wijkt uit naar Myanmar

moderne slavernij

‘Made in Myanmar.’ Dat label prijkt steeds vaker in de mode van grote bedrijven in de textielsector. C&A, H&M en Primark bijvoorbeeld produceren hun kleding hier. Maar textielarbeiders werken er tegen lage lonen en onder slechte werkomstandigheden, bericht Fashion-United. Het baseert zich daarbij op het rapport ‘The Myanmar Dilemma’ van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO).

Vanaf het moment dat de economische sancties tegen Myanmar werden opgeheven, nam het aantal fabrieken toe van 130 naar 400. In een twaalftal fabrieken verrichtte SOMO onderzoek naar de werkomstandig-heden. Bij drie van deze vestigingen laat moderetailer H&M kleding produceren, maar ook C&A, Primark, SuitSupply en Gaastra zouden hier actief zijn.

SOMO tekent aan dat de werkomstandigheden in de twaalf fabrieken verre van ideaal zijn. De werknemers werken vaak nog onder het minimumloon van 2,48 euro per dag. De helft van de ondervraagden meldt geen contract getekend te hebben, waardoor ze ook niet weten waar ze recht op hebben. Het deel dat wel een contract heeft ondertekend, heeft hier nooit een kopie van ontvangen.

Tijdens het onderzoek kwamen volgens SOMO ook gevallen naar voren waarbij productiemedewerkers overuren dienden te maken om ervoor te zorgen dat ze het minimumloon uitbetaald kregen en hun baan mochten behouden. Wanneer de productie de deadline nadert, bleken nachtwerk en overuren niet ongebruikelijk. Ook kwam in de fabrieken kinderarbeid veelvuldig voor.

SOMO pleit ervoor dat er democratisch opgestelde vakbonden komen in Myanmar. Ook de lonen vormen een actiepunt. Werknemers moeten volgens SOMO het minimumloon kunnen verdienen zonder overuren te draaien. Kinderen onder de vijftien jaar zouden bovendien maar vier uur per dag op de werkvloer mogen staan. Gevaarlijk werk zou voor jongeren tot achttien jaar taboe moeten zijn.

Productie stilgelegd

C&A heeft tegenover de NOS inmiddels verklaard dat het nog maar weinig producenten heeft in het land, maar wel van plan is dit aantal uit te breiden. Om beter inzicht te krijgen in de lokale situatie, wil C&A er ook een kantoor vestigen. Zo kan beter worden samengewerkt met de fabrieken om de omstandigheden te verbeteren. In de fabrieken die SOMO noemt in het onderzoek, is de productie van C&A-producten stilgelegd totdat de situatie verbetert.

H&M heeft op het rapport gereageerd met een statement op haar website. ‘H&M Group verricht altijd een analyse van de markt waarin we willen produceren.’ Deze analyse omvat meetings met de lokale bevolking en overheid, bezoeken aan de fabrieken en een interne analyse over de mogelijke kansen en uitdagingen. ‘Het is voor ons zeer belangrijk dat alle producten worden gemaakt onder goede werkomstandigheden’, aldus H&M.

De producenten waarmee het concern samenwerkt, moeten bijvoorbeeld ook een overeenkomst tekenen die gebaseerd is op de ILO Conventions and Recommendations. ‘Het is nodig een gezamenlijke aanpak te hebben om een langdurige verandering teweeg te brengen’, stelt H&M. De Zweden tekenden al in 2015 een overeenkomst om de werkomstandigheden voor 1,6 miljoen werknemers, onder andere in Myanmar, te verbeteren.

Ramp Bangladesh

Na de ramp in een textielfabriek in Bangladesh in april 2013, waarbij meer dan duizend mensen om het leven kwamen, zijn er internationaal al verschillende afspraken gemaakt om de omstandigheden in de kledingindustrie te verbeteren. Hierin werd onder andere vastgelegd dat bedrijven zélf moeten controleren of producten onder de juiste werkomstandigheden geproduceerd worden.