Aziatische textielfabrieken massaal in problemen door coronacrisis

moderne slavernij

Grote problemen dreigen voor de textielfabrieken in Azië nu kledingmerken als gevolg van de coronacrisis massaal orders intrekken. Er zijn zelfs gevallen bekend van merken die nu weigeren te betalen voor producten die al geruime tijd geleden besteld werden en inmiddels klaar zijn voor verzending. Talloze banen staan op het spel.

Alleen al in Cambodja zagen meer dan honderd fabrieken zich genoodzaakt de deuren tijdelijk te sluiten, bericht het FD. Bijgevolg zijn zo’n 60.000 arbeiders – al dan niet tijdelijk – hun baan kwijt, meldt de Cambodian Labour Confederation. Hun aantal kan de komende tijd bovendien nog flink toenemen.

Het Worker Rights Consortium, dat wereldwijd onderzoek doet naar werkomstandigheden in fabrieken, meldt dat in ieder geval dertien kledingmerken de afgelopen tijd orders terugtrokken. Ze weigeren nu ook voor die orders te betalen of eisen een korting. Onder andere C&A, Primark en Tesco zouden zich hieraan schuldig hebben gemaakt.

Miljoenen banen in textielfabrieken staan op het spel

Elders in Azië spelen dezelfde problemen. Zo becijferde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat er in Myanmar 70.000 banen op het spel staan; in Bangladesh zelfs meer dan een miljoen. Van de textielfabrieken in Vietnam moest 70 procent de afgelopen maand banen schrappen. Gevreesd wordt dat dat percentage de komende maanden nog verder oploopt.

Van de Aziatische overheden hebben de werknemers ook weinig te verwachten. Sociale vangnetten zijn er volgens het FD niet of nauwelijks en geld om de vele duizenden arbeiders een minimumloon door te betalen, ontbreekt doorgaans. In Cambodja kwamen regering en werkgevers overeen dat werklozen uit de textielindustrie een bedrag ontvangen van amper 40 procent van het Cambodjaanse minimumloon.

Contracten deugen niet

Vakbonden en activisten zijn van mening dat de kledingmerken hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De merken beroepen zich echter op de contracten die zij met leveranciers hebben gesloten. Aruna Kaskhyap van Human Rights Watch ziet daarin een duidelijke indicatie dat deze contracten niet deugen. ‘In tijden van crisis kunnen merken niet zomaar ontslagen worden van hun verantwoordelijkheid’, aldus Kaskhyap in het FD.

Bron: FD