Marktvoorspelling Xeneta: dalingen in vrachttarieven, volumes en vraag

Xeneta

Na twee jaar van stijgende tarieven en capaciteit die zwaar onder druk stond, lijkt de snel afkoelende markt voor zeevracht op weg naar een ‘extreem uitdagend’ 2023. Dat concludeert het platform voor benchmarking van zee- en luchtvrachttarieven Xeneta. De zeevrachtvolumes zouden wel eens tot 2,5 procent kunnen dalen, blijkt uit een analyse van recente zee- en luchtvrachttarieven, gecombineerd met trendvoorspellingen van deskundigen. Ook zullen de tarieven ‘aanzienlijk’ dalen en zal de zwakke vraag ertoe leiden dat schepen vaker stilliggen. En dan voorspellen analisten ook nog een turbulent jaar voor de luchtvrachtmarkt.

De tijdens de pandemie tot historische hoogtepunten gestegen zeevrachttarieven zijn sinds de zomer gedaald – en in het geval van de spottarieven zelfs dramatisch. Xeneta’s marktrapport voor 2023, gebaseerd op crowd-sourced data van toonaangevende wereldwijde opdrachtgevers van transport, suggereert dat de koers voor 2023 niet zal veranderen, met uitdagende macro-economische en geopolitieke vooruitzichten die het vertrouwen ondermijnen. CEO Patrik Berglund van Xeneta meent dan ook dat betrokkenen in de hele waardeketen van zee- en luchtvracht moeilijke tijden te wachten staan.

Dalende zeevrachtvolumes

‘De crisis rond de kosten van levensonderhoud tast de koopkracht van de consument aan, waardoor er weinig vraag is naar geïmporteerde containergoederen. We verwachten dan ook dat de zeevrachtvolumes zullen dalen, mogelijk met ongeveer 2,5 procent. Maar als de economische situatie verder verslechtert, kan dat nog meer zijn’, aldus Berglund. ‘Behalve dalende volumes hebben we ook te maken met een groeiende wereldvloot, met een nominale instroom van 1,65 miljoen TEU aan capaciteit. Sommige gebeurtenissen zullen die groei afremmen, maar we verwachten nog steeds een capaciteitstoename van 5,9 procent.’

Verloren strijd

Het gevolg daarvan is overcapaciteit, waardoor meer activa ongebruikt moeten blijven. Xeneta voorspelt dan ook een leegloop tot 1 miljoen TEU, ‘misschien zelfs meer’, aldus Berglund. Deze cocktail van een zwakke vraag, dalende volumes en een toename van de capaciteit zal onvermijdelijk een negatief effect hebben op de tarieven, zegt de CEO. ‘We verwachten aanzienlijke verlagingen. Vervoerders zijn bedreven gebleken in het beschermen en verhogen van tarieven tijdens Covid, maar met te veel capaciteit en afnemende havencongestie op de meeste belangrijke handelsroutes zullen ze in 2023 een verloren strijd voeren.’

De verwachting is zelfs dat in de eerste helft van 2023 de spottarieven op sommige belangrijke corridors kunnen dalen tot onder het niveau van vóór de pandemie, terwijl de langetermijntarieven snel zullen dalen omdat oudere, dure contracten aflopen en nieuwe, veel goedkopere contracten worden ondertekend. De langetermijntarieven zullen in de eerste helft van 2023 echter niet dalen tot onder de spottarieven, meent Xeneta.

Bumpy ride voor luchtvracht

De zeevrachtmarkt zou wel voordeel kunnen behalen uit een mogelijke afname van de luchtvracht. Volgens Xeneta staat dit segment een bumpy ride te wachten, aangezien lagere oceaankosten en een betere betrouwbaarheid van de dienstregeling (door de vermindering van havencongestie en beschikbare capaciteit) sommige opdrachtgevers van transport kunnen verleiden tot een modale verschuiving. In een klimaat van toenemend milieubewustzijn kunnen op duurzaamheid gerichte transportopdrachtgevers in de verleiding komen om lading over te hevelen van het luchtruim naar de golven.

Planning van what ifs

‘Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien, is het bijna onmogelijk om voorspellingen te doen in een wereld die steeds sneller gaat. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de oorlog tussen Oekraïne en Rusland eerder vroeger dan later tot een einde komt? Dat zou bepaalde kosten weer kunnen drukken, waardoor de consument een positieve impuls krijgt. Deze what ifs kunnen de sector nóg een keer in de problemen brengen, zoals we zagen toen Covid toesloeg. Als we de afgelopen jaren iets hebben geleerd, dan is het wel dat planning voor de ondenkbare what ifs bovenaan de agenda moet staan’, aldus Berglund.