PMI: ‘Herstel industrie in de kiem gesmoord door tweede coronagolf’

industrie

De Nevi-inkoopmanagersindex (PMI) over oktober staat met 50.4 nog net boven de ‘neutrale’ stand van 50, wat duidt op lichte groei. Toch lijkt het onwaarschijnlijk dat het herstel van de industrie de komende maanden doorzet. Dat zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN-Amro. In de score is namelijk nog geen rekening gehouden met de vorige week afgekondigde gedeeltelijke lockdowns in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Swart: ‘Het economisch herstel in Europa wordt daardoor in de kiem gesmoord.’

Sinds de zomer klom de Nederlandse industrie langzaam uit het dal van de eerste lockdown. Vooral de nieuwe exportorders namen volgens Swart duidelijk toe. Ook in oktober profiteerden industriële ondernemers vooral van de export.

Deze scores zijn echter gebaseerd op de resultaten van een rondvraag tussen 12 en 22 oktober. De ondervraagde inkoopmanagers konden dus nog geen rekening houden met de vorige week afgekondigde gedeeltelijke lockdowns in de ons omringende landen. De hernieuwde sluiting van cafés en restaurants zal vermoedelijk leiden tot een afname van de vraag naar industriële producten zoals horecaverpakkingen en apparaten. Ook zullen de nieuwe maatregelen bedrijfsinvesteringen in aanverwante sectoren verder onder druk zetten, zoals in het wegvervoer.

ABN-Amro verwacht dat het herstel van de Nederlandse industrie daardoor stokt. De gedeeltelijke lockdown in Nederland begin oktober was voor de industrie slechts in beperkte mate een probleem, aangezien het merendeel van de productie afhankelijk is van de export. Nu ook Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk tot een gedeeltelijke lockdown hebben besloten, zal ook de export onder druk komen, stelt Swart. ‘Het krachtige herstel van de Chinese industrie, een belangrijke afnemer van industriële producten uit Europa, biedt waarschijnlijk onvoldoende tegenwicht.’

Situatie aan aanbodzijde nu anders

De industrie krijgt dus te maken met een afname van de vraag. Tijdens de eerste coronagolf viel de vraaguitval samen met een omvangrijke ‘aanbodschok’, onder andere als gevolg van een tekort aan onderdelen uit China. Tijdens deze tweede coronagolf krijgt de industrie vermoedelijk alleen te maken met minder vraag. Aan de aanbodzijde is de situatie deze keer namelijk anders. Tijdens de eerste golf kampte vooral de auto-industrie met een tekort aan Chinese onderdelen, waardoor productielijnen stilvielen en fabrieken de deuren sloten. Ditmaal heeft China het virus onder controle, waardoor de aanvoer van Chinese onderdelen kan doorgaan.

Daarnaast is er deze keer naar verwachting voldoende aanbod van arbeid. Zo riep de Franse president Emmanuel Macron medewerkers op wel naar het werk te gaan als dat echt nodig is. Fabrieksarbeiders worden dus gestimuleerd aan het werk te blijven. Ook het feit dat scholen in principe openblijven, helpt daarbij. Tijdens de eerste golf moesten veel medewerkers juist thuisblijven om op de kinderen te passen. Een ander verschil is tot slot dat industriële ondernemers maatregelen hebben getroffen om besmettingen op de werkvloer te voorkomen, bijvoorbeeld door middel van desinfectie, controle van medewerkers op koorts, mondkapjes en sneltests.

Bedrijven verzwakt door eerste golf

Minder positief is dat veel industriële bedrijven al zijn verzwakt door de eerste coronagolf. Orderportefeuilles nemen al sinds de crisis af, waardoor ondernemers gedwongen zijn nog meer medewerkers naar huis te sturen. Uit een enquête van branchevereniging FME bleek vorige week dat een op de drie industriële bedrijven een reorganisatie doorvoert. Met name in de machinebouw – een belangrijke branche voor de Nederlandse industrie – staat de productie onder druk. De vraag naar machines is namelijk vooral afhankelijk van bedrijfsinvesteringen en die zijn vanwege de coronacrisis in de meeste landen juist sterk teruggeschroefd.