Ook vrachteigenaren Ever Given draaien vermoedelijk op voor averij

Ever Given

De Ever Given, het containerschip dat eind maart vastliep in het Suezkanaal, is door Egypte in beslag genomen. Met het aan de ketting leggen van het schip willen de autoriteiten betaling van 900 miljoen dollar aan compensatie voor de geleden schade afdwingen. Ook de vrachteigenaren zullen vermoedelijk moeten meebetalen.

Met de door de Ever Given veroorzaakte blokkade van het Suezkanaal werd een groot deel van de wereldhandel lamgelegd. Normaal gesproken wordt er namelijk dagelijks voor een slordige 10 miljard dollar aan goederen door het kanaal verscheept. De operatie om het schip weer vlot te trekken was duur. Bovendien vielen de inkomsten uit het kanaal weg doordat er geen andere schepen meer langs konden. De Egyptische autoriteiten willen daarom nu geld zien: circa 900 miljoen dollar.

De Japanse scheepseigenaar Shoei Kisen Kaisha kreeg de rekening gepresenteerd. Maar mogelijk draaien ook de eigenaren van de vracht deels voor de kosten op. Dit omdat Shoei Kisen Kaisha zich beroept op ‘averij-grosse’. Het houdt in dat de kosten die gemaakt worden voor de redding van schip en lading gemeenschappelijk opgehoest moeten worden. Daarbij is wel van belang of er bij de opgelopen averij sprake was van overmacht of van een menselijke fout. Het onderzoek daarnaar loopt inmiddels.

Averij-grosse veel werk

Duidelijk is wel dat de Ever Given voorlopig nog niet op de eindbestemming – Rotterdam – zal aankomen. Averij-grosse brengt een hoop werk met zich mee, omdat de kosten naar rato over de eigenaren van de lading verdeeld moeten worden. Per container wordt dus bekeken van wie de lading is en wat de waarde bedraagt. Omdat ook niet alle vrachteigenaren verzekerd zijn, is de kans reëel dat sommigen afstand van hun lading zullen doen omdat hun bijdrage in de kosten niet opweegt tegen de waarde van de goederen.