Groene chemie geeft Zeton nieuwe impuls

Het Enschedese bedrijf Zeton staat aan de wieg van tal van grote chemie-installaties in Nederland. Het maakt proeffabrieken als test voor de daadwerkelijke, miljoenen kostende commerciële installaties. Met die fabrieken wordt momenteel de verwerking van biomassa tot grondstof voor bijvoorbeeld plastic mogelijk gemaakt. Deze ‘groene chemie’ geeft Zeton een nieuwe impuls, bericht het FD van 28 maart 2017.

Nu overal in Europa de chemiebedrijven weer aan het investeren zijn geslagen, worden vooral in de groene chemie – chemie op basis van biomassa – tal van nieuwe initiatieven ontwikkeld. De concerns zetten sterk in op biomassa als groene grondstof, voor plastic bijvoorbeeld. Het moet het gebruik van fossiele grondstoffen op termijn terugdringen.

Nieuwe impuls

‘De chemie op basis van biomassa geeft ons een nieuwe impuls. Absoluut’, beaamt directeur Johan ter Harmsel in het FD. Volgens hem willen bedrijven uit heel Europa – en zeker ook uit Nederland – proeffabrieken realiseren om te testen of bepaalde chemische processen technisch en economisch haalbaar zijn.

Volgens de Zeton-directeur reageert biomassa op een andere manier dan fossiele grondstoffen dat doen. ‘Daar zitten altijd allerlei verschillende componenten in, onvoorspelbare elementen. Dat maakt het moeilijker, maar ook uitdagender. En het biedt tal van kansen. Er ligt echt nog een wereld aan ontdekkingen voor ons.’

Kentering

Zeton, dat samenwerkt met grote namen als Dow Chemical, Basf en AkzoNobel, krijgt ook opdrachten vanuit de traditionele chemie. ‘Ook in die markt zie je een kentering optreden. Er geldt niet meer: hoe groter hoe beter. Men wil meer flexibiliteit, onder meer met het oog op de marktvraag. Men wil klein maar fijn, en daar zijn wij in gespecialiseerd.’