NEVI PMI start 2018 met record na record

logistieke vastgoedsector

Recordniveaus voor drie van de vijf componenten van de hoofdindex van de NEVI Purchasing Managers Index (PMI): levertijden, voorraad ingekochte materialen en werkgelegenheid. De index zelf steeg in januari naar 62.5, ook net iets hoger dan het record van november.

De Nederlandse producenten rapporteerden in januari een recordverlenging van de levertijden. Dit blijkt volgens inkooporganisatie NEVI uit de desbetreffende seizoensmatig aangepaste index die een historisch dieptepunt bereikte. Meer dan een derde van de respondenten maakte melding van langere levertijden vergeleken met de maand ervoor; grondstoftekorten zouden hier de oorzaak van zijn. Met name in de subsector voor investeringsgoederen was volgens NEVI sprake van grote vertragingen.

Het hamsteren van materialen door de Nederlandse producenten nam in januari in ongekende mate toe, meldt NEVI. De groei van de materiaalvoorraad was de grootste sinds het begin van dit onderzoek in maart 2000. De huidige periode van groei komt hiermee op zeventien maanden. Er was in alle drie subsectoren volgens de inkooporganisatie sprake van een grotere voorraad ingekochte materialen, omdat de bedrijven zich probeerden te beschermen tegen grondstoftekorten.

Werkgelegenheid

Ook de personeelsbestanden bij de Nederlandse productiebedrijven groeiden in januari in een recordtempo, blijkt uit de seizoensmatig aangepaste Werkgelegenheid-index die voor de vierde maand op rij een hoogtepunt bereikte. De werkgelegenheid in de productiesector neemt nu al sinds maart 2015 iedere maand toe. Er werden forse stijgingen van de personeelsbestanden genoteerd door de producenten van halffabricaten en die van investeringsgoederen.

Productieomvang

De toename van de productieomvang was opnieuw een van de grootste tot nu toe, al was deze wel de kleinste in drie maanden. De groei van het aantal nieuwe orders uit zowel binnen- als buitenland bleef in de buurt van de eerdere records. De grote verlenging van de levertijden droeg bij aan een sterke toename van de inkoop- en verkoopprijzen. De groeiende werkgelegenheid hield de stijging van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk enigszins in toom, al bleven de achterstanden relatief groot.