Unilever richt zich op Afrikaanse leveranciers nu druk op de valutamarkt toeneemt

Unilever

Unilever richt zich steeds nadrukkelijker op Afrikaanse leveranciers. Te midden van door een pandemie veroorzaakte verstoringen van de supply chain, stijgende kosten en toenemende valutavolatiliteit probeert het levensmiddelenconcern haar activiteiten op het continent steeds meer zelfvoorzienend te maken. Dat doet het door meer lokaal in te kopen. Het beheersen van de valutakosten is de belangrijkste reden voor de overstap naar Afrikaanse leveranciers, maar de plaatselijke boeren profiteren ook mee.

Ooit leefde Busari Kasali met de angst dat zijn cassave – een belangrijk gewas in zijn geboorteland Nigeria – zou bederven voordat het op de markt kwam. Tegenwoordig is het zijn grootste zorg om aan de groeiende vraag van Unilever te voldoen. Het is een zegen voor boeren en verwerkers in verschillende delen van Afrika, zeggen deskundigen. Zo meldt de 76-jarige Kasali dat zijn inkomsten uit cassave de afgelopen twee jaar bijna verdrievoudigd zijn. ‘We planten nu zoveel als we willen. We weten waar we het kunnen verkopen.’

Zoals veel internationale bedrijven worstelde het levensmiddelenconcern de afgelopen twee jaar met stijgende energie- en grondstofkosten. De oorlog in Oekraïne verergerde de opstoppingen in de supply chain en de productieproblemen, die al begonnen met de Covid-19-pandemie. Het concern had vorig jaar meer dan 4 miljard euro te lijden onder de netto materiaalinflatie. En het verwacht nog verdere prijsstijgingen van grondstoffen de komende tijd.

Wisselkoersschommelingen

De groeiende schuldenlast in veel Afrikaanse landen heeft de buitenlandse reserves onder druk gezet en wisselkoersschommelingen veroorzaakt die het moeilijker en duurder maken om grondstoffen te verschepen. ‘Meer dan 95 procent van de merken die wij aan onze (Afrikaanse) consumenten verkopen, worden in Afrikaanse fabrieken gemaakt’, vertelt Reginaldo Ecclissato, chief business operations and supply chain officer bij Unilever.

Tot voor kort kon Unilever minder dan een derde van de benodigde grondstoffen uit Afrika betrekken. Tegenwoordig is meer dan twee derde van de ingrediënten voor Unilever-producten die op Afrikaanse markten worden verkocht afkomstig van het continent. Met name de inkoop van sorbitol en kruiden bij leveranciers in landen als Zuid-Afrika en Nigeria wordt opgevoerd. Voorheen werden deze uit India en China geïmporteerd.

Unilever is niet de enige die voor deze strategie kiest. Tedd George, een supply chain consultant die gespecialiseerd is in Afrika, zegt dat bedrijven als Nestlé en Danone ook dieper in Afrika duiken, deels aangetrokken door de snelgroeiende consumentenmarkt. Zij proberen ook hun afhankelijkheid van China te verminderen om een herhaling te voorkomen van de verlamming die werd veroorzaakt door de strenge pandemische lockdowns van Peking, meldt George.

Stroomversnelling door pandemie

Hoewel Unilever vier jaar geleden is begonnen met het stimuleren van de inkoop in Afrika, is het plan tijdens de pandemie in een stroomversnelling geraakt, aldus Ecclissato. In Zuid-Afrika is bijvoorbeeld een netwerk van kleine boeren opgezet om koriander en chilipepers te verbouwen voor de lokale kruidenmerken Robertsons, Rajah-curryblends en Knorrox-bouillonblokjes. En in Nigeria, waar jaarlijks 10.000 tot 14.000 ton CloseUp- en Pepsodent-tandpasta wordt geproduceerd, voert Unilever de lokale inkoop van sorbitol op, een ingrediënt dat voorheen uit China werd geïmporteerd en uit cassave kan worden gewonnen.

Yemisi Iranloye, wiens bedrijf Psaltry International cassave verwerkt van ongeveer 10.000 boeren, waaronder Busari Kasali, speelt in op deze verschuiving. De multinational is pas eind vorig jaar begonnen met het leveren van sorbitol aan Unilever en koopt nu ongeveer 70 procent van de sorbitolproductie van Iranloye, goed voor ongeveer 40 procent van de totale omzet van Psaltry.

Dollartekorten en valutaschommelingen

Volgens Ecclissato van Unilever maakt lokaal inkopen nauwere samenwerking met leveranciers, besparingen op transport en een kleinere CO2-voetafdruk mogelijk. Belangrijk is ook dat er minder deviezen nodig zijn om de invoer te betalen. Voor een bedrijf als Unilever, dat in 2021 alleen al in Nigeria een omzet van 153 miljoen dollar boekte, kunnen de kosten voor de inkoop van die dollars snel oplopen.

Iranloye, die ook levert aan Nestlé en Danone, denkt dat de wens om zich in te dekken tegen dollartekorten en lokale valutaschommelingen de vraag van al haar klanten aanwakkert. Zij verwacht dat de omzet van Psaltry dit jaar meer dan verdubbelt. ‘Het betekent ook een beter bestaan voor de bevolking op het continent, vooral voor de boeren’, zegt ze.

Wel kan Afrika’s eigen capaciteit om grondstoffen te produceren – met name landbouwgrondstoffen – een beperkende factor zijn, althans voorlopig. Iranloye heeft onlangs haar cassaveverwerkingsfabriek verbeterd om aan de groeiende vraag van onder meer Unilever te kunnen voldoen. Maar ze draait momenteel slechts op ongeveer 60 procent van haar capaciteit. ‘We hebben nog steeds niet genoeg cassave’, zegt ze. ‘Grondstof is een uitdaging. De boeren moeten goed gefinancierd worden.’

Bron: Reuters