Stadspakhuis voor dynamische stadsdistributie

stadspakhuis

De dynamiek rond stedelijke distributie wordt complexer, waardoor het noodzakelijk is om stadsdistributie anders in te gaan richten met nieuwe infrastructuur en toekomstbestendige gebouwen. Verschillende bedrijven, consultants en docenten van de Hogeschool van Rotterdam zagen het gezamenlijk belang en sloegen de handen ineen. Studenten van de Hogeschool van Rotterdam deden gedurende een half jaar onderzoek en ontwikkelden aan de hand daarvan een concept voor een nieuw stadspakhuis. Op 17 juni werden de concepten aan opdrachtgevers en docenten gepresenteerd in het Innovation Dock in Rotterdam. 

Door Marysa Vos

Stadslogistiek, een thema waarover momenteel veel wordt geschreven. Ook worden de verschillende stromen van stadsdistributie veelvuldig geanalyseerd. Volgens René Geujen van Next Level Development en Radboud olde Scheper van Riverland Supply Chain Consultans wordt er echter nog (te) beperkt nagedacht over de benodigde functionaliteit voor de stedelijke omgeving. Volgens hen moeten er gebouwen en infrastructuur worden gecreëerd vanuit consumentenperceptie, waarbij er rekening wordt gehouden met de behoefte aan convenience. ‘Het oude conceptdenken in distributiepatronen is dan in feite al een probleem, want daar wordt vanuit stromen gedacht in plaats vanuit de behoefte van de consument’, stelt Geujen. Volgens hem is er een nieuwe garde nodig die in andere logica denkt. De samenwerking met de Hogeschool van Rotterdam leek een logische vervolgstap.

Concept ontwikkeld voor stadspakhuis

Gedurende een half jaar hebben studenten van de studies vastgoed, logistiek en bouwkunde in een gemixt groepsverband onderzoek uitgevoerd en aan de hand daarvan een concept ontwikkeld voor een nieuw stadspakhuis. Voor de uitgewerkte concepten gold dat deze antwoord moesten geven op de vraag waar, hoe en op welke manier het gebouw geconfigureerd moet worden om optimaal invulling te geven aan de behoefte aan stedelijke voorraad- en transitiepunten. De hoofdvraag die de studenten meekregen aan de start van het project was hoe een stadspakhuis eruitziet waar goederen met een verschillende dynamiek samen op één plek liggen, maar dat tegelijkertijd een slimme infrastructuur heeft. Het feit dat de studenten minimale praktijkervaring hadden, zorgt er volgens Olde Scheper juist voor dat er verfrissende ideeën ontstaan. ‘Deze studenten zijn opgegroeid met een ander uitgangspunt qua stad, technologie en omgeving’, aldus Olde Scheper.

Thema duurzaamheid als rode draad

Naast de begeleiding van de Hogeschool van Rotterdam werkten verscheidene bedrijven als Jumbo, Cool Blue, Foot Locker en Vodafone Ziggo mee aan het project en gaven hun behoefte als retailer te kennen. Daarnaast werd ook de kennis van experts als Buck Consultants International, St. Onge en Olieslagers Architecten meegenomen in het onderzoek. Door al die input konden de studenten een universeel gebouw ontwerpen dat zowel voldoet aan de verschillende eisen van bedrijven als aan de behoefte van consumenten in steden. In de presentaties van de studenten kwamen, zoals voorspeld, verschillende verrassende ideeën naar voren voor de invulling van het stadspakhuis. De rode draad in alle concepten was het thema duurzaamheid; van elektrische bezorgbusjes tot urban farming, zonnepanelen, warmtepompen en groene muurbekleding met een luchtzuiverende werking. Onderscheidend was het concept waarbij de docks op elkaar waren gestapeld om ruimte te besparen.

Afvalverwerkingsplek en urban farm

Het winnende projectgroepje bestond uit een viertal gedreven dames (foto) die met hun visuele presentatie en uitgewerkte concept de meeste stemmen van docenten en aanwezige bedrijven kregen. In hun concept worden lege busjes voorkomen door de in het pakhuis ontworpen afvalverwerkingsplek. Ook is er in dit ontwerp sprake van een urban farm op het dakterras en is het pand bovendien demontabel, zodat dit kan worden hergebruikt mocht de behoefte in de toekomst veranderen. Daarnaast hadden de dames oog voor de beleving van de mens als gebruiker van het pand en de toegevoegde waarde van het gebouw in de bebouwde omgeving.