Scherpe productiedaling in Nederlandse industrie

Nederlandse industrie

De crisis in de Nederlandse industrie verdiept zich. De productie daalde in een nog hoger tempo dan vorige maand en ook het aantal nieuwe orders nam nog sneller af, zowel vanuit de Nederlandse markt als voor de export. ‘De vraag naar industriële producten neemt inmiddels sneller af dan bij het knappen van de internetzeepbel in 2001’, aldus Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN-Amro.

De verdieping van de crisis wordt weerspiegeld door de Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie. Die daalde van 49.0 in september naar 47.9 in oktober. Niet alleen was sprake van een scherpe productiedaling en afname van het aantal nieuwe orders, ook de voorraad gereed product liep voor het eerst dit jaar terug.

‘Sinds het begin van de Nevi Inkoopmanagersindex in 2000 nam het aantal nieuwe orders alleen nog sneller af in 2009, tijdens de kredietcrisis, en tijdens de lockdown aan het begin van de coronapandemie’, aldus Albert Jan Swart. Het goede nieuws is dat – ondanks de energiecrisis – de inkoopprijsinflatie in 21 maanden niet zo laag was.

Bullwhip-effect

De crisis lijkt zich volgens Swart te verdiepen door een enorm bullwhip-effect. Aan het begin van de pandemie namen voorraden af. Het stilleggen van fabrieken, onder andere in China, veroorzaakte een ‘aanbodschok’ die leidde tot tekorten aan bijvoorbeeld elektronische onderdelen. Tegelijkertijd deed zich een grote ‘vraagschok’ voor doordat inkopers, rekenend op een diepe economische crisis, nauwelijks nog nieuwe orders plaatsten.

‘De mondiale vraag naar industriële goederen herstelde echter sneller dan verwacht, wat leidde tot de grootste wereldwijde tekorten aan materialen ooit gemeten. Dit legde grote druk op tal van schakels in supply chains, waaronder de containervaart. Nieuwe lockdowns, vooral in Azië, zorgden voor verdere ontregeling. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag en tekorten aan materialen te vermijden, sloegen veel ondernemingen extra voorraad in, wat leidde tot vermoedelijk het grootste bullwhip-effect in de geschiedenis’, schetst Swart.

Afbouwen van voorraden

‘Het moment is nu daar dat de zweep de andere kant op beweegt: neerwaarts. Nu de vraag naar industriële producten snel afneemt door de energiecrisis en onzekerheid over de economische vooruitzichten, verdwijnen tekorten aan materialen als sneeuw voor de zon en zijn ondernemers begonnen voorraden af te bouwen.’ Vooral het aantal nieuwe orders voor halffabricaten is snel gedaald. Na 25 maanden op rij van steeds verder toenemende materiaalvoorraden plaatsen inkopers sinds september minder bestellingen.

Wel namen de voorraden van materialen in oktober nog toe, vermoedelijk door de gedaalde productie en doordat eerder bestelde goederen nog binnenkomen. De voorraden gereed product zijn nu voor het eerst sinds december vorig jaar aan het afnemen. De afbouw van voorraden wordt waarschijnlijk versneld door de sterke stijging van de rente, die het financieren van voorraden duurder maakt.

Beter functionerende supply chains

Swart: ‘Het zweepslag-effect verdiept nu de crisis in de Nederlandse industrie, maar is van tijdelijke aard. Zodra overtollige voorraden zijn opgesoupeerd, kan de vraag naar halffabricaten wat herstellen. Deze ernstige crisis kent daarnaast ook voordelen, zoals afnemende stijging van inkoopprijzen en beter functionerende supply chains.’

In oktober steeg ook de productie van investeringsgoederen, vermoedelijk doordat de auto- en machine-industrie eindelijk meer halfgeleiders en elektronische onderdelen ontvangen. Orderportefeuilles voor investeringsgoederen namen bovendien verder toe, wat er volgens Swart op wijst dat daar ruimte is voor groei als materiaaltekorten verder afnemen.

Gevolgen energiecrisis voor Nederlandse industrie

De energiecrisis kan grote gevolgen hebben voor energie-intensieve bedrijven in Europa, bijvoorbeeld in de basismetaalindustrie en in de basischemie. De Nederlandse aluminiumfabriek Damco, het voormalige Aldel, staat op de rand van een faillissement, en het Duitse BASF, het grootste chemieconcern ter wereld, heeft besloten de operatie in Europa af te schalen en meer te investeren in China.

‘Maar de meeste Nederlandse industriële bedrijven lijkt dit lot te worden bespaard. De afname van de inkoopmanagersindex is al aan het vertragen, wat erop wijst dat de bodem misschien snel bereikt is. Bovendien groeide in oktober de werkgelegenheid in de industrie nog altijd, een duidelijk teken van vertrouwen’, aldus Swart.