Trump tackelt Amerikaanse supply chains

‘Buy American and hire American.’ Het is het credo van Amerika’s nieuwe president Donald Trump. De deskundigen zijn het er echter over eens: de internationale vervlechting van bedrijven in de VS is dermate groot dat dat onmogelijk is. Dit bericht het FD van 28 januari 2017.

Amerika’s eerste burger dreigt met een invoertarief van 35 procent op buitenlandse auto’s. Daarmee legt hij volgens het FD ‘een bom onder de auto-productieketen in de VS’. Van alle auto’s die fabrikanten in 2015 in Mexico maakten, was maar 19 procent bestemd voor de Mexicaanse thuismarkt. In Canada lag dit percentage met 12 procent nog lager. Het auto-overschot van deze landen gaat overwegend naar de VS. Trump verlangt nu van Amerikaanse autofabrikanten als Ford, Fiat Chrysler en General Motors dat ze zelf in eigen land hun auto’s gaan fabriceren.

Onmogelijk, meent het Center for Automotive Research (CAR) in Detroit. Volgens CAR is de auto-industrie in Canada, VS en Mexico volledig verweven. Amerikaanse autofabrikanten hebben er tal van productievestigingen en bijna één vijfde van de leveranciers van auto-onderdelen in Mexico bestaat uit bedrijven die uit de VS komen. Ook de cijfers spreken voor zich: in 2015 voerde Mexico voor 20,2 miljard dollar aan Amerikaanse auto-onderdelen in, Canada voor 22 miljard. De stroom de andere kant op is ook groot. Alleen al aan motorblokken importeerden de VS in 2015 voor 9,5 miljard dollar uit Mexico en Canada.

Het Mexicaanse autocomplex in zijn geheel sluiten en de Amerikaanse productie opvoeren is volgens CAR ook geen optie. Nieuwe capaciteit opbouwen kost niet alleen veel tijd, maar ook veel geld. Bovendien is de supply chain niet zomaar anders in te richten. Onderdelen komen overal vandaan. Dat geldt trouwens ook voor de 2,3 miljoen onderdelen van de Boeing 787 en voor de onderdelen van de iPhone, hét Amerikaanse succesproduct van deze eeuw. De helft van de onderdelen van deze smartphone is toch echt van Duitse en Japanse makelij. De bijdrage uit de VS blijft beperkt tot 6 procent.

Dichte muur in fabriek

Landen die ineens invoerheffingen instellen, zijn te vergelijken met een dichte muur in het midden van een fabriek, stelden de Groningse hoogleraren Harry Gerretsen en Steven Brakman eerder al in het FD. Zeker waar het gaat om het maken van auto’s. Op en top Amerikaans is de Buick Enclave. Volgens de Made in America Car Index van de Kogod School of Business in Washington is het binnenlandse gehalte van deze wagen 90 procent. Maar de onderdelen ervan komen deels uit Canada en Mexico, waarmee de VS in 1992 het vrijhandelsverdrag Nafta sloot. En Trump dreigt die handelsovereenkomst op te zeggen.

Bovendien is het ondoenlijk uit te zoeken waar onderdelen precies vandaan komen, laat autodeskundige Ferdinand Dudenhöffer van de Universiteit Duisburg-Essen weten. ‘Elke auto heeft tussen de 300 en 500 unieke onderdelen. Die komen in de regel van meerdere leveranciers. En zelfs als ze van één leverancier komen, weten we nog altijd niet uit welke fabriek precies.’ Die fabriek neemt voor elementen van onderdelen namelijk ook vaak andere toeleveranciers in de arm. CAR schat dat het opzeggen van Nafta de Amerikaanse auto-industrie zeker 31.000 banen gaat kosten.

Completely Knocked Down-productie

Een alternatief voor de autofabrikanten is het overstappen op een Completely Knocked Down-productie (CKD) in de VS. Auto’s van buiten de Verenigde Staten komen daarbij in bouwpakketten in Amerika aan. Amerikaanse werknemers schroeven ze in elkaar. Beslist geen hoogwaardige arbeid, maar het levert wel banen op. Dudenhöffer: ‘Ik denk dat het Trump te doen is om het boeken van snel succes. Het ontwikkelen van een strategie waarin een Amerikaanse fabriek louter op toeleveranciers uit de buurt draait, duurt te lang. CKD gaat duidelijk sneller, en geeft even goed het signaal: wij produceren in de VS.’

Er hangt wel een prijskaartje aan het afgeven van dit signaal. Zo verdient een Mexicaanse werknemer in de autosector 8 dollar per uur, waar een Amerikaanse collega 58 dollar per uur incasseert, meldde de Amerikaanse hoogleraar Marina Whitman onlangs aan persbureau AP. En mocht Trump een volledig in de VS gefabriceerde iPhone willen, dan kon de prijs weleens verdubbelen. Nu kan híj dat wel betalen, maar de minder draagkrachtigen niet. En laten die nu volgens een studie van de universiteiten UCLA en Columbia door deze protectionistische maatregelen het hardst geraakt worden.