Productie Otolift net zo flexibel als zijn ‘lego’-succesnummer

Otolift

Trapliftenproducent Otolift uit Bergambacht is hard op weg naar het wereldmarktleiderschap. Met dank aan succesnummer de ‘legolift’. Deze traplift wordt geleverd als een bouwpakket van standaardmodules en past daardoor altijd en overal. Die flexibiliteit zie je ook terug in de bedrijfsvoering van broers Alex, André en Jan Otto Ooms.

De ‘legolift’ zit nog maar twee jaar in het Otolift-assortiment, maar is nu al goed voor 60 procent van de omzet. Eerder zorgde ook de traplift op één enkele rail al voor torenhoge verkoopcijfers. Dit type is gewild omdat hij minder opvalt op de trap. Hij verkocht zelfs zo goed dat het familiebedrijf in de problemen kwam met de productie ervan. ‘De levertijden liepen op naar twintig werkdagen’, aldus Alex Ooms, verantwoordelijk voor de productie van de trapliften, in het FD.

Dat probleem werd opgelost door van maatwerk over te stappen op standaardmodules. Door die standaardisatie kon gebruik gemaakt worden van robotisering. Inmiddels is er altijd een voorraad modules beschikbaar. Een traplift kan daardoor steeds binnen een of twee dagen geleverd worden. Otolift, een familiebedrijf sinds 1891, verkoopt zijn trapliften tot in Australië en Nieuw-Zeeland. Van de omzet komt 70 procent dan ook al uit het buitenland. De fabrikant onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor verkoop in de Verenigde Staten.

Trapliftenmarkt is grillig

Het succes van Otolift verklaren de broers Ooms uit het snel kunnen inspelen op marktontwikkelingen. Ze weten precies waar ze het over hebben en de lijnen onderling zijn kort. ‘We hebben geen bestuursvergadering nodig om een beslissing te nemen. Er gaan alleen wat Whatsappjes overheen.’ Die snelheid en flexibiliteit is ook nodig, want de markt is grillig. Kwam in een eerder stadium bijna alle omzet uit aanbestedingen van gemeenten, in 2015 verdwenen de vergoedingen voor trapliften grotendeels en draaiden consumenten zelf voor de kosten op.

Voor liftfabrikanten hield die maatregel in dat zij ineens aan consumenten moesten gaan verkopen. Een hele verandering, want zij schaffen doorgaans maar één keer in hun leven een traplift aan en kennen de fabrikanten niet. Reden voor André Ooms om flink te investeren in internetreclame. Inmiddels is de markt weer gekanteld. Consumenten betalen nu nog maar 17,50 euro per maand voor een traplift. Gevolg: de markt is de afgelopen maanden met 40 procent gegroeid. ‘We hebben in Nederland enorm opgeschaald. Het is flink aanpoten, maar liever dat dan weinig te doen.’

Bron: FD