Productie daalt nog, maar groei lijkt aanstaande

productie

Hoewel de Nederlandse industrie de productie in februari verder verlaagde, lijkt groei niet ver weg meer. Het aantal nieuwe orders is zelfs gestegen ten opzichte van de voorgaande maand, blijkt uit de Nevi Inkoopmanagersindex. De algehele score van de index ging van 48,4 in januari naar 50,0 in februari en wijst daarmee voor het eerst sinds juni niet meer op een afname van de bedrijvigheid. 

De bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie zijn in februari gestabiliseerd. Een hernieuwde stijging van het aantal nieuwe orders zette de bedrijven er niet toe aan hun productieomvang in februari te vergroten. Er was daarnaast sprake van een aanhoudend zwakke vraag op de exportmarkten.

Tegelijkertijd droeg een verdere afname van de hoeveelheid ingekocht materiaal bij aan het uitvoeren van plannen voor voorraadvermindering bij bedrijven, al was deze daling kleiner dan vorige maand. De aanhoudende daling van de inkoopactiviteiten verlichtte de kostendruk echter niet en de inkoopprijsinflatie was het grootst in ruim twee jaar. Ook de verkoopprijzen stegen fors.

Donald Trump drukt investeringen

De stijging van het aantal nieuwe orders lijkt een voorbode van herstel. Dat herstel is echter wel onzeker door het grillige gedrag van Donald Trump. Respondenten van de Nevi Inkoopmanagersindex hadden tot en met 20 februari de tijd om vragen te beantwoorden. Op 10 februari voerde Trump al een importheffing van 25 procent in op staal en aluminium. Op 26 februari maakte de Amerikaanse president ook bekend importheffingen van 25 procent op andere Europese producten te willen invoeren.

De Europese Commissie meldde vorige week ‘onmiddellijk en krachtig’ te zullen reageren op deze importheffingen. Volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN Amro, is er nog veel onduidelijkheid rond de heffingen. ‘Wel bestaat een duidelijk risico op een handelsoorlog en het is mogelijk dat deze onzekere situatie ondernemers kopschuw maakt bij het nemen van investeringsbeslissingen. Dat kan de vraag naar bijvoorbeeld machines onder druk zetten.’

VS belangrijke exportmarkt voor dranken

Zo’n 5 procent van de Nederlandse export van goederen is bestemd voor de VS. Importheffingen zouden deze export van bijvoorbeeld staal, auto-onderdelen, chemische producten, medicijnen en voedingsmiddelen kunnen drukken. Volgens Swart is de VS met name voor dranken een belangrijke exportmarkt. Volgens hem kan de verpakkingsindustrie hierdoor indirect hinder ondervinden van importheffingen.

Daarnaast worden ook allerlei machines en apparaten naar de VS geëxporteerd. Zo was de VS in 2023 goed voor maar liefst 22 procent van de totale exportwaarde van machines voor de voedingsindustrie, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek. De afnemers daarvan zijn volgens Swart echter waarschijnlijk relatief ongevoelig voor een hogere prijs.

Hulp aan energie-intensieve industrie

De Europese Commissie presenteerde op 26 februari veel nieuwe voorstellen om de concurrentiepositie van de Europese industrie te verbeteren, zoals de Clean Industrial Deal en het Action Plan for Affordable Energy. Sinds de energiecrisis van 2022, aangewakkerd door de Russische invasie in Oekraïne, staat vooral de productie in energie-intensieve industrieën onder druk, zoals de staalindustrie en de chemische industrie.

Swart: ‘Het blijft overigens de vraag of Den Haag de energie-intensieve industrie meer financiële steun zal bieden. Op dit moment zijn de nettarieven voor de Nederlandse industrie veel hoger dan die in omliggende landen, en krijgen industriële bedrijven in die landen ook nog ruime compensatie voor CO2-heffingen, zo bleek in april vorig jaar uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.’