PMI: ‘Kritisch punt van 50.0 komt akelig dichtbij’

werkgelegenheid

De Nevi Purchasing Managers Index (PMI) daalde in juni naar 50.7. Het is het laagste cijfer sinds de start – zes jaar geleden – van de huidige periode van groei. Het kritische punt van 50.0 komt daarmee volgens professor Bart Vos (foto) akelig dichtbij. Hij spreekt van ‘economisch gezien spannende tijden, met binnen de PMI positieve én minder rooskleurige ontwikkelingen’.

‘De PMI-opleving van vorige maand was helaas nog niet de spreekwoor-delijke zwaluw voor een mooie zomer’, aldus Vos, Nevi-hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg. De Nevi PMI is namelijk verder gedaald, van 52.2 in mei naar 50.7 in juni. Vos: ‘Daarmee begint het kritische punt van 50.0 akelig dichtbij te komen. Maar goed, er is nog steeds sprake van groei en dat is al circa zes jaar het geval. Het is in deze periode van een groeiende economie wel het laagste PMI-cijfer.’

Een nadere analyse van de PMI-cijfers laat een wisselend beeld zien. ‘Het minder positieve nieuws is dat het aantal nieuwe orders voor het eerst in zes jaar (licht) daalde, en dat ondanks een stijging in de sub-sector consumptiegoederen en een stabilisatie in het aantal nieuwe exportorders. Bedrijven hebben hun productie grotendeels op peil kunnen houden door het wegwerken van achterstanden. De daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was de grootste sinds begin 2015.’

Zorgelijk: daling van inkoopactiviteiten

Enigszins zorgelijk noemt Vos verder de daling van inkoopactiviteiten, de grootste in zes jaar. Deze komt voor een groot deel op het conto van de sub-sector halffabricaten. Vos: ‘Vanuit ketenperspectief is dit zeker zorgelijk aangezien halffabricaten een belangrijke schakel vormen in mondiale ketens.’

Positief nieuws is er ook, over de Toekomstige Productie PMI-deelindex. Vorige maand was er nog sprake van een daling naar het laagste niveau sinds 2013. In juni was er voor het eerst in vijf maanden sprake van een opleving, een stijging met 4.7 punten. ‘Bedrijven hebben dus kennelijk weer een zonniger kijk op de productieomvang voor komend jaar. Factoren die genoemd worden ter verklaring van dit optimisme zijn nieuwe producten, grotere budgetten en, toch wel verrassend, een opleving van de export’, aldus Vos.

Zwakke vraag uit Duitsland, VK en VS

Bij dat laatste is de wens mogelijk de vader van de gedachte, aldus Vos, want de internationale PMI-cijfers zijn niet erg rooskleurig. Zo zit de PMI van de Eurozone nog steeds ruim onder de 50 (47.7 in mei), met wel een lichte opleving voor Duitsland (45.4 in juni). De PMI van het VK toonde een scherpe daling: van 53.1 in april naar 49.4 in mei. Ook in de VS daalt de PMI al een aantal maanden flink, maar bleef in mei met 50.5 nog net in de groeizone. De ontwikkelingen verklaren wel waarom respondenten in juni melding maakten van een zwakke vraag uit Duitsland, het VK en de VS.