Paul van der Leer, KwikFit: supply chain dé plek voor duurzame initiatieven

KwikFit

De supply chain is bij uitstek de plek waar duurzame initiatieven zouden moeten ontstaan, stelt Paul van der Leer, supply chain director van KwikFit. Hij is lid van de werkgroep duurzaamheid van het Supply Chain Excellence Leadership Platform (SCELP). Voor hem is de focus op duurzaamheid niet nieuw. ‘Bij KwikFit hebben we al vijfentwintig jaar een milieuhandboek en daar zijn in de loop der jaren vele initiatieven uit voortgekomen. Dat kan ook niet anders: de bandenwereld staat niet bekend als heel duurzaam en onze klanten willen zeker weten dat we er alles aan doen om zo verantwoord mogelijk met dit product om te gaan.’

In de duurzaamheidswerkgroep van SCELP werken supply chain-managers en -directeuren uit verschillende sectoren samen om duurzaamheid hoger op de supply chain-agenda te krijgen. Een logische stap, stelt Van der Leer (foto). ‘Een supply chain-strategie is afgeleid van de business-strategie, maar je wilt niet altijd afwachten. De supply chain-functie is uniek. Je overziet de hele keten: inkoop, productie, transport, retouren, hergebruik. Dat overzicht schept ook een verantwoordelijkheid. Ga je zitten wachten tot de directie het tijd vindt voor een duurzaamheidsinitiatief of begin je zelf? Wij pleiten hartgrondig voor het laatste. Als vakgenoten komen we bij elkaar om onze ervaringen daarmee te bespreken en anderen te inspireren ook aan de slag te gaan.’

Gewoon aan de slag gaan: dat klinkt mooi, maar de supply chain-functie heeft in veel organisaties niet de vrijheid en budgetten om zelf grote projecten op te starten. Er zijn verschillende manieren om daarmee om te gaan, stelt Van der Leer. ‘Sommige supply chain professionals beginnen gewoon met eenvoudige zaken. Energie besparen, afval scheiden, leveranciers beter screenen. Daar kan niemand tegen zijn, want het kost relatief weinig investering en het levert snel wat op, zowel in duurzaamheid als in besparingen. Voor complexere zaken kun je een business case maken op basis van true pricing, die aantoont dat een project weliswaar een investering vergt, maar daarna geld oplevert. Vanuit de werkgroep willen we de SCELP-leden voorzien van voldoende bagage om deze uitdaging aan te gaan.’

Verantwoorde verwerking oude banden speerpunt KwikFit

Om de prioriteiten te bepalen, bieden de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties een goede leidraad, ziet Van der Leer. ‘De meeste bedrijven kiezen er enkele uit waarmee ze de meeste impact kunnen bereiken. Een duurzame tapijtproducent als Interface heeft grote stappen gezet op het gebied van materiaalbesparing en recycling. Fruitproducenten kijken bijvoorbeeld naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen en arbeidsomstandigheden. Bij KwitFit is de verantwoorde verwerking van oude banden een van de speerpunten.’

Het SCELP-platform nodigt MVO-koplopers uit voor presentaties en de leden wisselen hun eigen ervaringen uit. De business cases laten zien dat er op drie hoofdpunten opbrengsten te genereren zijn. Van der Leer: ‘Ten eerste kan er een directe financiële besparing zijn. Ongescheiden afval kost geld, gescheiden afval kan geld opleveren. Minder materiaal gebruiken, betekent minder inkoop. Een tweede mogelijkheid is dat je er een nieuwe klantengroep mee aanspreekt. Veel mainstream merken ontplooien nu duurzame initiatieven om hun klanten te behouden en nieuwe klanten aan te trekken. Tot slot versterkt het je positie op de arbeidsmarkt. In de krappe arbeidsmarkt van vandaag word je door potentiële werknemers niet meer alleen beoordeeld op de arbeidsvoorwaarden en de inhoud van de job. Ook hoe je omgaat met de wereld om je heen is een belangrijk criterium voor een kandidaat. Als je dat allemaal ziet, kun je toch niet meer stil blijven zitten?’

Bedrijven terughoudend in communicatie over duurzaam werken

Waarom horen we er dan niet méér over? ‘Het is een delicaat evenwicht’, stelt Van der Leer. ‘Als je gaat claimen dat je iets goed doet, lig je daarna onder een vergrootglas. Daarom zijn bedrijven die heel duurzaam werken, over het algemeen terughoudend in de communicatie daarover. Het belangrijkste is dát je het doet en dat je er transparant over bent. Dat is iets anders dan jezelf op de borst kloppen. Bij KwikFit geven we bijvoorbeeld al jaren een MVO-jaarverslag uit. Een groot deel van onze B2B-klanten zijn leasemaatschappijen en verzekeringsmaatschappijen. Zij willen heel zeker weten dat wij niets doen dat tegen hun principes in gaat. Via ons MVO-verslag kunnen ze dat volgen en dat bepaalt mede hun beslissing om met ons te blijven werken. Maar we zullen niet van de daken gaan schreeuwen dat we het zo goed doen.’

In de twee jaar dat de SCELP-werkgroep duurzaamheid bestaat, is er in de markt ook veel veranderd, signaleert Van der Leer. ‘Je ziet dat duurzaamheid in een stroomversnelling komt. Vooral vanuit aandeelhouders en investeerders ontstaan er steeds meer vragen. Dat verplicht bedrijven tot nadenken en tot handelen. Je kunt wachten tot het echt moet, of je kunt die kostbare tijd besteden om nú actie te ondernemen. Bij KwikFit hebben we bijvoorbeeld het MVO-proces vanuit de ISO-26000-richtlijnen georganiseerd. We hadden sterke behoefte aan een methode van borging, vooral omdat klanten steeds meer vragen stellen over onze aanpak.’

Zelf het initiatief nemen

Binnen het SCELP-netwerk wil de werkgroep duurzaamheid vooral andere supply chain-managers aansporen om ook initiatief te nemen. ‘Het is heel simpel’, besluit Van der Leer. ‘Je kunt kosten besparen tot je een ons weegt, of eindeloos wachten op een formele duurzaamheidsstrategie, maar als je blijft afwachten, besta je over een paar jaar niet meer. Daarom zou ik iedereen willen oproepen om zelf het initiatief te nemen. Want juist als supply chain-manager heb je het overzicht om te zien waar de meeste impact te behalen is én de positie om dat voor elkaar te krijgen.’