Nederlandse modemerken kiezen weer vaker voor productie in eigen land

Steeds meer Nederlandse modemerken kiezen weer voor productie in eigen land. ‘Het is een pril begin, maar we zien de belangstelling, mogelijkheden en ook noodzaak toenemen om in Nederland te produceren’, zegt Patric Hanselman, algemeen directeur van ondernemersorganisatie Modint, in het FD van 28 maart 2017.

Daar waar de textielindustrie vorige eeuw uit Nederland verdween, lijkt deze nu voorzichtig haar rentree te maken. Volgens Hanselman zijn er verschillende factoren die meespelen in de toenemende belangstelling voor productie in eigen land: de ontwikkeling van nieuwe productietechnologieën en materialen, de trend van verduurzaming en de toenemende behoefte aan maatwerk en snellere levering.

Volgens de Modint-directeur is de tendens van het terughalen van producties naar Nederland al langer gaande. ‘Partijen zijn ermee bezig. Bijvoorbeeld modelabels in het hogere segment, maar er is ook veel belangstelling bij producenten van dekbedden en ander huishoudelijk textiel. En ook voor kleinere orders waarbij het draait om snelheid en maatwerk’, aldus Hanselman in het FD.

Produceren in eigen land interessanter voor kleine merken

Overigens is het produceren in eigen land voor kleinere merken interessanter dan voor grote bedrijven. Voor veel grote modemerken is de productiecapaciteit in eigen land nog te klein. Ook zijn de prijzen in de Nederlandse ateliers te hoog en de kwaliteit te laag. Kleinere merken kunnen door te kiezen voor productie in eigen land juist besparen op de kosten voor transport, milieuvervuiling tegengaan en sneller inspelen op trends.

Volgens het FD zijn de Nederlandse ateliers in veel gevallen familiebedrijven met hooguit dertig medewerkers. Ze zijn gevestigd in Amsterdam, maar ook in gebieden waar de textielindustrie vroeger hoogtij vierde, zoals Brabant en Oost-Nederland.