Meer vrouwen aan de top in supply chain

vrouwen in supply chain

Het aantal vrouwen dat een functie op het hoogste niveau (C-level) bekleedt in supply chain, groeit. Ging het vorig jaar nog om 15 procent, dit jaar is het percentage vrouwen aan de top gestegen naar 19 procent. Daar staat tegenover dat vrouwen momenteel 21 procent van de functies op VP-niveau bezetten; dat is dan weer een daling ten opzichte van de 23 procent van vorig jaar. Ook het totale personeelsbestand in supply chain laat momenteel een daling zien van het aantal vrouwen: 39 procent dit jaar tegenover 41 procent in 2021. Het zijn de belangrijkste bevindingen uit het nieuwe ‘Women in Supply Chain’-onderzoek van analistenbureau Gartner.

‘Chief supply chain officers (CSCO’s) blijven zich inzetten voor genderdiversiteit, maar dit onderzoek suggereert dat ze hun inspanningen bij het stellen van doelen, leiderschapsinclusie en carrièrepaden voor vrouwen zullen moeten verdubbelen’, zegt Caroline Chumakov, senior principal analyst Supply Chain bij Gartner. ‘Vergeleken met vorig jaar is de vertegenwoordiging van vrouwen in supply chain wel verbeterd als het gaat om een functie als eerstelijnsmanager/supervisor, senior manager of directeur, net als een functie op het hoogste niveau: C-level.’

De ‘Women in Supply Chain’-enquête werd online uitgevoerd in de periode van 24 februari tot 28 maart 2022. Er deden 116 respondenten aan mee, voornamelijk afkomstig uit Noord-Amerika. Hiervan waren 85 deelnemers producenten en handelsbedrijven, de resterende 31 bedrijven bieden zakelijke supply chain-diensten en -oplossingen aan. De aan het onderzoek deelnemende bedrijven hebben allemaal een jaaromzet van minimaal 100 miljoen dollar.

Wereldwijde bedrijven gaan voorop

Er is volgens Gartner ook een verband tussen de grootte van het bedrijf en het stellen van doelen, waardoor de vertegenwoordiging van vrouwen in de supply chain is verbeterd. Bij bijna 50 procent van de middelgrote en grote organisaties (100 miljoen tot 5 miljard dollar omzet) ontbreken doelstellingen om het aantal vrouwelijke leiders in hun supply chain te vergroten. Van de grootste, wereldwijd opererende bedrijven (meer dan 5 miljard dollar) heeft 83 procent echter een doelstelling geformuleerd om de vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies te verbeteren; 38 procent heeft ook formele doelstellingen opgenomen in de management scorecards.

‘Mondiale bedrijven hebben betere pijplijnen en een betere vertegenwoordiging van vrouwen van ondervertegenwoordigde rassen en etnische groepen’, meldt Chumakov. ‘De kans dat deze vrouwen een directeursfunctie bekleden, is ook aanmerkelijk groter dan bij middelgrote of grote organisaties.’

Waken voor zelfgenoegzaamheid

Supply chain-leiders die verbeteringen hebben gezien in de genderevenwichtige vertegenwoordiging in hun bedrijven moeten trouwens wel waken voor zelfgenoegzaamheid. Van hen geeft 43 procent aan dat de coronapandemie het afgelopen jaar een negatieve impact heeft gehad op het behoud en de doorstroming van vrouwen in hun organisaties. Dit is een aanzienlijke stijging in vergelijking met de enquête van 2021, toen slechts 11 procent melding maakte van een negatieve impact. Meer dan de helft van de producenten en handelsbedrijven geeft bovendien aan dat het behouden van vrouwen halverwege hun carrière – de ‘midcareer women’ – een steeds grotere uitdaging wordt, terwijl nog eens 19 procent melding maakt van een ‘aanzienlijke uitdaging’.

De respondenten van productie- en handelsbedrijven geven dit jaar vaker aan dat het gebrek aan carrière- of promotiekansen de belangrijkste reden is waarom vrouwen halverwege hun carrière vertrekken. Een andere reden die steeds vaker gegeven wordt (43 procent), is dat vrouwen op zoek zijn naar een betere of meer concurrerende beloning. In 2021 bedroeg dit percentage nog 24 procent.

Nauwelijks aandacht voor financiële implicaties

Een andere bevinding uit het onderzoek is dat bedrijven in de supply chain nauwelijks aandacht besteden aan de financiële implicaties van dit alles. Slechts de helft heeft een goed initiatief gericht op het verbeteren van de secundaire arbeidsvoorwaarden voor vrouwen of het dichten van de loonkloof. Van de producenten en handelsbedrijven die zeggen dat het een doelstelling is, meldt 27 procent een specifiek plan te hebben om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten.

‘Hoewel 14 procent van de producenten en handelsbedrijven verklaarde al loongelijkheid bereikt te hebben, is het verontrustend dat 59 procent van de respondenten geen actieplan heeft om de kloof te dichten. In de huidige, hyperconcurrerende arbeidsmarkt, waar vrouwen in toenemende mate op zoek zijn naar salarisverhogingen en ethische werkgevers, tonen deze onderzoeksgegevens een verborgen risico voor het aantrekken en behouden van personeel’, concludeert Chumakov.