In containervaart draait alles om de kosten

Maersk

De scheepvaart verkeert al tijden in zwaar weer. Alleen de grote maatschappijen overleven. Met de romantiek op de grote vaart is het dan ook wel gedaan, concluderen verslaggevers Bert van Dijk en Pieter Lalkens van Het Financieele Dagblad, die meevoeren op ’s werelds grootste containerschip: de Mary Maersk. Ze schetsen in het FD van 15 april 2017 een beeld van de enorme kostendruk in de hedendaagse containervaart.

In de containerindustrie leken de bomen jarenlang tot in de hemel te groeien, vooral als gevolg van de handel met China en de razendsnelle ontwikkeling die hier plaatsvond. Nu de Chinese economie volwassen is geworden en handelsprotectionisme zich doet gelden, groeit de sector nog maar met 2 tot 3 procent per jaar. Een grote overcapaciteit is het gevolg, hetgeen resulteerde in historisch lage tarieven voor het vervoeren van containers. Op het dieptepunt konden verladers zelfs voor een paar honderd dollar een grote container van Shanghai naar Rotterdam verschepen.

Geen acht op brandstofverbruik

Op de route van Rotterdam naar Gdansk memoreert kapitein Franz Holmberg van de Mary Maersk – een schip van 400 meter lang en 60 meter breed – de tijden van weleer, toen er op zaken als brandstofverbruik nog geen acht hoefde te worden geslagen. ‘Eigenlijk werd er altijd op volle kracht gevaren, ook in slecht weer. Nu houden we echter rekening met milieubelasting en brandstofverbruik’, vertelt Holmberg de FD-verslaggevers. ‘Ik probeer altijd slecht weer te vermijden. Dan vaar ik eromheen of ik ga langzamer of juist iets sneller varen.’

Elke beweging van het schip wordt tegenwoordig ook via tal van sensoren gemeten en doorgestuurd naar een centraal controlecentrum van Maersk in India. Wijkt de kapitein af van het vooraf ingediende vaarplan, dan hangt direct het controlecentrum aan de lijn en moet Holmberg uitleggen waarom hij een paar knopen sneller vaart. Ook op het schip zelf manifesteert de kostendruk zich. De bemanning telt slechts 24 koppen. Ze houden de vracht in de gaten, bereiden de maaltijden, onderhouden de motoren, verzorgen zieke collega’s en besturen het schip.

Volledig geautomatiseerd varen

Hoewel de efficiëntie aan boord van het schip al tot in het extreme is doorgevoerd, is volledig geautomatiseerd varen binnen afzienbare tijd wellicht ook een optie. Conceptschepen hiervoor zijn al in de maak. ‘Natuurlijk is alles mogelijk, maar weegt de besparing wel op tegen de enorme investering die nodig is?’, vraagt Holmberg zich af. Hij wijst erop dat in dat geval een heel nieuwe generatie motoren uitgevonden moet worden met minimaal onderhoud. ‘De loonkosten zijn maar een fractie van de totale kosten. Dat weegt nooit op tegen de enorme investeringen.’