De circulaire economie laat nog even op zich wachten

De Nederlandse economie moet in 2050 volledig circulair zijn. Dat is althans het streven. Maar ondanks enkele aansprekende initiatieven van start-ups laat ze nog even op zich wachten. De economische praktijk dat producten snel verouderen en op de afvalberg terecht-komen, blijkt weerbarstig. Dat bericht het FD van 4 maart 2017.

Met ruim 50 miljoen euro aan opdrachten voor de komende drie jaar hoort het bedrijf New Horizon tot de 5 procent van grootste sloopbedrijven van Nederland, volgens de Europese branchevereniging voor ontmantelings-bedrijven (EDA). Oprichter van New Horizon is Michel Baars. Alleen sloopt Baars niet, hij ‘oogst’. Hij ontmantelt waardevolle kantoorpanden voor niks en verdient er vervolgens zelf goed geld aan door de restmaterialen aan derden aan te bieden. De ondernemer haalt zijn winst zo uit de verkoop-waarde van grondstoffen die anders voor veel geld moeten worden afgevoerd naar de stort, meldt het FD.

Baars geldt als een van de pioniers van de kringloopeconomie, waarin afval niet bestaat en materialen steeds worden hergebruikt. Als het aan de Nederlandse overheid ligt, volgen meer ondernemers zijn voorbeeld, want in 2050 moet onze economie volledig circulair zijn. Voor het Nederlandse bedrijfsleven biedt dat kansen, want TNO-onderzoek wijst uit dat de Nederlandse kringloopeconomie in 2023 al een marktwaarde van 7,3 miljard euro per jaar kan hebben. Consultant McKinsey becijferde dat alleen al in Europa jaarlijks 380 tot 630 miljard euro bespaard kan worden door het hergebruik van materialen en het opwaarderen van grondstoffen.

Opleving van de kringloopgedachte

De kringloopgedachte beleeft de laatste jaren een opleving in Europa. Die wordt aangejaagd door organisaties als de Britse Ellen MacArthur Foundation, de Belgische denktank Zeri en het Nederlandse adviesbureau Turntoo. Zij wijzen het huidige economische model af, omdat hierin bewust gestuurd wordt op versnelde veroudering van producten die steeds opnieuw vervangen en vernieuwd moeten worden. In de circulaire economie bestaat geen afval, want dat wordt steeds opnieuw als grondstof gebruikt. Een bedrijf als Protix in Dongen neemt dat principe vrij letterlijk. Het voert plantaardig afval aan insectenlarven, die ze vervolgens verwerken tot eiwitmelen en hoogwaar-dige vetten.

De afvalberg in een kringloopeconomie neemt daarnaast ook af doordat eigendom en verantwoordelijkheid voor een product zoveel mogelijk bij de producent blijven. Experimenten met deze vorm van ondernemen zijn veelbelovend. Zo ontwierp Philips Lighting armaturen met een 75 procent langere levensduur dan gebruikelijk nadat het de Schiphol Group ‘circular lighting’ was gaan aanbieden. Licht wordt hierbij als een dienst aangeboden terwijl Philips eigenaar blijft van de gebruikte installaties. Schiphol Group betaalt alleen voor het gebruik tijdens de contractduur.

Een vergelijkbaar concept is dat van ondernemer Bert van Son. Hij introduceerde in 2013 zijn bedrijf Mud Jeans, waar consumenten voor 7,50 euro per maand een spijkerbroek kunnen huren. Mud blijft eigenaar van de broeken en neemt ze na een jaar weer in voor hergebruik of verkoopt ze als ‘vintage’ op de site. Ook retailers als H&M, the North Face en Patagonia experimenteren met het hergebruiken en repareren van kleding. In de smartphone-industrie is er het initiatief van Bas van Abel: Fairphone. Van Abel maakt smartphones die volledig demontabel zijn. Ze zijn niet te leasen maar gaan veel langer mee, omdat ze goed te repareren zijn. Ook kunnen ze steeds van de nieuwste snufjes worden voorzien.

Nichemarkt

Toch hebben de circulaire initiatieven de markt nog niet fundamenteel kunnen veranderen. Blijft het dan bij een nichemarkt, voorbehouden aan idealistische start-ups? Het biedt perspectief dat grote bedrijven als Cisco, Philips, Renault en Unilever zich aan de Ellen MacArthur Foundation verbonden hebben. Toch kan het volgens Derk Loorbach, hoogleraar Transitiemanagement aan de Erasmus Universiteit, nog lang duren voordat ook gevestigde bedrijven een andere koers gaan varen. ‘Een onderneming die groot is geworden in het lineaire systeem heeft decennialang alles op alles gezet om de productie te optimaliseren. Door schaalvergroting en investeringen in efficiëntere systemen is er zo min mogelijk verspilling van grondstoffen en energie, wat flinke kostenreductie met zich meebrengt. Maar zo’n proces is niet eenvoudig om te vormen’, aldus Loorbach in het FD.