Beleggers starten mensenrechten-benchmark voor bedrijven

moderne slavernij

Institutionele beleggers en mensenrechtenorganisaties slaan de handen ineen om bedrijven de maat te nemen op het gebied van mensenrechten. Op 13 maart 2017 werd daartoe in Londen de Corporate Human Rights Benchmark (CHRB) gelanceerd. In totaal hebben al 85 vermogensbeheerders zich aangesloten bij het initiatief, meldt het FD.

De benchmark is een hulpmiddel voor institutionele beleggers die duurzaam willen beleggen. Onder andere de Nederlandse pensioen-belegger APG en de Britse verzekeraar Aviva werken mee aan de CHRB. Volgens Claudia Kruse, directeur duurzaamheid bij APG Asset Management, biedt de benchmark een goed aanknopingspunt om met bedrijven in gesprek te gaan over mensenrechten. Ook kunnen beleggers nu gemakkelijker één front vormen.

In de eerste editie van de benchmark zijn bedrijven gescreend uit drie sectoren die bekend staan om hun mensen-rechtenschendingen: de kleding-, de voedings- en de grondstoffenindustrie. Unilever eindigt in de top-3 van best presterende voedingsbedrijven met een score van 50-59 procent (op een schaal van 100). Heineken en Shell doen het minder met een score van 30-39 procent. Overigens zitten volgens het FD maar liefst 63 van de 98 gescreende bedrijven onder een score van 30 procent.

Honderd indicatoren

Aan de methodologie voor de benchmark is twee jaar gewerkt. De onderzochte bedrijven worden nu beoordeeld op honderd indicatoren, zoals salarissen, werktijden, veiligheid en afwezigheid van kinderarbeid. Ook wordt gekeken naar hoe bedrijven omgaan met beschuldigingen van mensenrechtenschendingen. Een kanttekening die daarbij geplaatst kan worden, is dat alleen naar publieke informatie wordt gekeken; informatie die voornamelijk van de bedrijven zelf afkomstig is.