Albert Heijn haalt artikelen met onbetrouwbare data uit het schap

inkoopbeperkingen

Albert Heijn (AH) haalt artikelen waarvan de data niet gecontroleerd zijn tegenwoordig zonder pardon uit het schap. Een maatregel die volgens de supermarktketen nodig is om leveranciers te dwingen met betrouwbare data te komen. Die harde aanpak heeft er inmiddels wel toe geleid dat de kwaliteit van de data in de levensmiddelensector de afgelopen jaren flink is verbeterd.

Betrouwbare productdata zijn voor de supermarktketen vandaag de dag een voorwaarde geworden om een nieuw product in het assortiment op te nemen. Dat geldt voor zowel de logistieke data als de etiketinformatie. ‘Met goede productdata kunnen leveranciers in de markt het verschil maken’, zegt Viktor Bos, manager productdata bij Albert Heijn. De meeste productdata ontvangt AH nu via de datapool van GS1 Nederland: GS1 Data Source. De kwaliteit daarvan is de afgelopen drie jaar enorm verbeterd. Met name het afgelopen half jaar werden flinke vorderingen gemaakt, met als resultaat dat de datakwaliteit nog niet eerder zo goed was als nu.

Artikel bij Albert Heijn uit het schap

Nu op het vlak van de betrouwbaarheid van data flinke stappen zijn gezet, moet ook de tijdigheid van productdata omhoog. Acht weken voordat een nieuw artikel wordt geïntroduceerd, heeft Albert Heijn de logistieke data nodig. Een week van tevoren moet de etiketinformatie binnen zijn om het artikel ook in het onlineassortiment te kunnen opnemen. ‘Als wij enkele weken van tevoren in de datapool zien dat de data nog niet fysiek gecontroleerd zijn, sturen we een reminder naar de leverancier. Als dat niets oplevert, zetten we het artikel niet online. Als daarna nog steeds de data niet op orde zijn, halen we het ook uit het schap’, aldus Bos.

Hij betreurt het dat artikelen uit het assortiment moeten worden gehaald. ‘Het is jammer dat we dit soort maatregelen moeten nemen, want die raken de consument direct. Maar die zijn wel nodig geweest om zover te komen als we nu zijn. En nogmaals: datakwaliteit is ook in het belang van leveranciers. Klanten zullen producten sneller aankopen als de productinformatie betrouwbaar en makkelijk te vinden is. Als we blijven samenwerken, heb ik er alle vertrouwen in dat de kwaliteit en tijdigheid verder zullen stijgen.’

Productdata als nieuwe marketing-P

Bos noemt productdata de nieuwe marketing-P, naast product, prijs, plaats, promotie en personeel. ‘Het wordt voor leveranciers steeds lastiger om zich te onderscheiden, maar met goede productdata kunnen ze wel degelijk het verschil maken. Klanten gebruiken die data om producten te zoeken, te filteren en te selecteren. Zeker in deze tijd waarin mensen willen weten wat ze eten. De etiketinformatie op de verpakking moet gewoon kloppen met de website. Anders gaan mensen twijfelen en kopen ze het product niet. Ook willen wij producten kunnen vergelijken en klanten adviseren over producten. Dit kan alleen als de informatie klopt.’

Ook productafbeeldingen steeds belangrijker

De voordelen van de verbeterde datakwaliteit merkt AH elke dag. Het team van Bos hoeft veel minder herstelwerkzaamheden te verrichten. Maar optimaal is de datakwaliteit nog niet, benadrukt Bos. ‘Integendeel. Al is de datakwaliteit nog nooit zo goed geweest, wij zijn pas net begonnen.’ Het is nu vooral een kwestie van steeds meer informatie over steeds meer producten vergaren. En naast logistieke data en etiketinformatie worden volgens Bos productafbeeldingen steeds belangrijker. ‘Ook die hebben we nodig om een artikel te kunnen voeren. Datakwaliteit moet tussen de oren van alle partijen in de sector zitten. Dat is nu geen project meer, maar moet dagelijkse praktijk worden’, aldus Bos.