Agco bespaart miljoenen euro’s met end-to-end TMS

Agco

Machinefabrikant Agco is door overnames in korte tijd sterk gegroeid. Dat heeft geleid tot een complexe supply chain met weinig samenhang. Met een grootschalig transformatieproject wist Agco de achterstand op de concurrentie om te buigen in een voorsprong. Onderdeel van het project is de implementatie van het end-to-end TMS van Alpega. Michael Bülow van Agco deelde zijn ervaringen op Webinar Wednesday van 14 maart. ‘Binnen twaalf maanden hadden we de kosten terugverdiend.’

Door Marcel te Lindert

Op de vraag wat de voordelen zijn van een end-to-end transportmanagementsysteem (TMS), heeft Michael Boeckle een eenvoudig antwoord. ‘Hoe groter de scope van de oplossing, hoe groter de voordelen en hoe groter de besparingen’, stelt de vice president sales strategy & alliances van Alpega. End-to-end TMS omvat volgens hem zowel het inkomend als uitgaand transport, of dat nu via de weg, het water of door de lucht plaatsvindt. Dat begint met strategische vraagstukken zoals de inrichting van het netwerk, de locatie van de hubs en de selectie van de vervoerspartners. Daarna volgen tactische vraagstukken, zoals de frequentie van de verbindingen tussen de hubs.

Bij de planning en uitvoering van het transport ziet Boeckle een belangrijke rol weggelegd voor marktplaatsen zoals Teleroute en Wtransnet, allebei onderdeel van Alpega. ‘Bijvoorbeeld voor een incidentele transportopdracht waarvoor geen vervoerder is gecontracteerd. Maar we zien ook regelmatig dat bedrijven deze marktplaatsen gebruiken om te checken of de tarieven van hun vaste vervoerders nog steeds marktconform zijn. Daarnaast koppelen we ons TMS met oplossingen voor real-time visibility zoals Shippeo, Project44 of Fourkites. Wij hebben wel directe koppelingen met vervoerders om transportorders en statusinformatie uit te wisselen, maar niet direct toegang tot hun telematica-data.’

Complexe supply chain

Agco heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van end-to-end TMS. De fabrikant van landbouwmachines met merken als Fendt, Valtra en Massey Ferguson is door overnames snel gegroeid. Het resultaat is een complexe supply chain met 54 fabrieken, 6000 leveranciers en 14.500 vervoerders. ‘Wat de supply chain extra complex maakt, is de volatiliteit. De investeringsruimte van boeren is afhankelijk van de prijzen van hun producten op de wereldmarkt. Omdat die prijzen sterk fluctueren, moeten ook wij flexibel zijn in productiecapaciteit’, zegt Michael Bülow, die als senior manager onder meer verantwoordelijk is voor transport binnen Agco. ‘Tegelijkertijd werken we in navolging van de auto-industrie steeds meer met uniforme, modulaire productplatforms waarop we meerdere modellen kunnen bouwen. Dat levert kostenvoordelen op, maar betekent ook dat we steeds meer naar een wereldwijde supply chain toegaan.’

In 2012 is Agco gestart met een groot transformatieproject, waarvan de implementatie van een nieuw TMS onderdeel was. De transportkosten vormen immers één van de grootste kostenposten binnen Agco. Bülow: ‘De supply chain bestond uit min of meer onafhankelijk opererende schakels met een focus op de korte termijn. Wij wilden naar een meer geïntegreerde, proactieve supply chain met meer aandacht voor langetermijnstrategie. Onderdeel daarvan was de implementatie van standaard tools voor de hele supply chain, waaronder een end-to-end TMS. Mede daardoor zitten we nu in de fase waarin we een voorsprong op de concurrentie kunnen opbouwen, onder meer met wereldwijde in plaats van regionale control towers.’

Hybride transport management team

Tijdens de zoektocht naar de ideale opzet voor aansturing van het wereldwijde transportnetwerk formuleerde Agco drie scenario’s. Het eerste scenario was het opzetten van een eigen centraal transport management team, het tweede scenario betrof uitbesteding aan een neutrale ketenregisseur of 4PL. ‘Wij hebben gekozen voor het derde scenario: een hybride variant waarin we het transportnetwerk samen met een 4PL en een gemeenschappelijk TMS aansturen. Dit hybride team fungeert als een interne logistiek dienstverlener voor onze fabrieken.’

De nieuwe opzet inclusief het TMS is binnen anderhalf jaar neergezet. Het netwerk dat het hybride team aanstuurt, omvat 35 fabrieken, 3000 leveranciers en 5000 dealers. Op het netwerk zijn ruim 150 vervoerders aangesloten, die per maand meer dan 30.000 transportopdrachten uitvoeren. ‘Het gaat om meer dan 200 miljoen dollar aan transportkosten. Binnen twaalf maanden hadden we de investering in de nieuwe opzet terugverdiend’, meldt Bülow.

20 procent kostenreductie

In de nieuwe opzet is het hybride team opgesplitst in drie delen met elk een eigen aandachtsgebied. Het transport management team richt zich op de strategische vraagstukken en de selectie van vervoerders. Het transport planning team is onder meer gericht op optimalisatie en implementatie van veranderingen in het netwerk. De dagdagelijkse operatie is in handen van het transport execution team. In Europa en Azië is transport planning en transport execution in handen van 4flow, de 4PL waarmee Agco samenwerkt. ‘Waarom we dat hebben uitbesteed aan 4flow? Omdat dit hun kerncompetentie was. We konden daarop aanhaken of zelf deze competenties ontwikkelen en de hele leercurve doormaken. Een andere reden is de flexibiliteit in kosten. Maar alle teams werken met dezelfde systemen en processen.’

De implementatie van het end-to-end TMS heeft geleid tot een daling van de transportkosten met maar liefst 20 procent. Tegelijkertijd zijn de transportprestaties – het aantal zendingen dat op tijd is afgeleverd – met 25 procent gestegen. ‘Dat heeft voornamelijk te maken met de verbeterde visibility. Omdat de transparantie en de betrouwbaarheid van de supply chain is verbeterd, zijn we er ook in geslaagd om de voorraadniveaus met 24 procent te reduceren’, aldus Bülow, die nog meer kansen ziet voor besparingen. ‘Wij zijn nu bezig met robotic process automation (RMA), onder meer voor de afhandeling van vrachtbrieven. Daarnaast implementeren we nu de real-time visibility-oplossing van Shippeo.’

Horizontale samenwerking

Volgens Alpega is Agco hard op weg naar het hoogste niveau van volwassenheid als het gaat om transportmanagement. De TMS-leverancier onderscheidt in totaal drie niveaus. Het eerste niveau betreft het verbeteren van de samenwerking in het transportnetwerk met een centraal platform waarop vervoerders en leveranciers zijn aangesloten. Bedrijven die op het tweede niveau acteren, gaan aan de slag met meer strategische vraagstukken zoals de inrichting en optimalisatie van het transportnetwerk. Dat kan leiden tot kostenbesparingen van 10 procent of meer. Boeckle: ‘Agco is op weg naar het derde niveau. Daarop acteren de bedrijven die intern alles al hebben geoptimaliseerd. Die gaan op zoek naar andere optimalisatiemogelijkheden, denk aan samenwerking met andere bedrijven door stromen te bundelen.’

Boeckle ziet die horizontale samenwerking steeds meer gestalte krijgen. Kostenbesparingen van 15 tot 30 procent liggen dan binnen handbereik. ‘Nu is dat nog een terrein waarop bedrijven een voorsprong op de concurrentie kunnen opbouwen. Maar binnen drie tot vijf jaar wordt horizontale samenwerking een ‘must have’ voor alle verladers.’