Afrika profiteert niet van Nederlands uienoverschot

Met het Nederlandse overschot aan uien de honger in Afrika helpen bestrijden. Dat was het plan van Chayenne Wiskerke, directeur van de Zeeuwse uienexporteur Wiskerke Onions. Hoge importheffingen frustreerden de spontane hulpactie echter, bericht het FD van
9 augustus 2017.

De Nederlandse uiensector kende dit voorjaar een groot overschot. Chayenne Wiskerke (28, foto), directievoorzitter van ’s werelds grootste uienexporteur Wiskerke Onions, wilde de uien graag inzetten om de hongersnood in Oost-Afrika te lenigen. Ze benaderde daarom ministeries, internationale hulporganisaties en reders om een soort luchtbrug tot stand te brengen. Het lukte Wiskerke echter niet grote volumes af te zetten.

Met name de hoge importheffingen van 100 procent waren een onoverkomelijk probleem. Regeringen in de regio bleken niet bereid hun importheffingen voor de uien te verlagen. ‘De Afrikaanse regeringen beschermen hun eigen teelt. Ik vind het onbegrijpelijk dat ze in tijden van echte nood importheffingen van 100 procent hanteren op basisvoedsel’, aldus Wiskerke in het FD.

Hulpprogramma’s

Volgens het Ministerie van Buitenlandse Handel pasten uien ook niet in de hulpprogramma’s voor hongerend Afrika. In Ethiopië bleken uien goed verkrijgbaar tegen lokale marktprijzen. Ook in andere getroffen delen van Afrika werden er lokaal voldoende uien geproduceerd voor de eigen markt. ‘Voor voedselhulp kiezen we voor houdbaar voedsel met een hoge voedingswaarde’, aldus een woordvoerder in de krant.

Waar het Wiskerke wel lukte uien af te zetten, bleef het volume beperkt: ‘We hebben kunnen importeren in Oeganda, Kenia, Tanzania en Djibouti, maar het ging steeds om aantallen containers en niet om tonnen.’ Toch is Wiskerke uiteindelijk niet ontevreden. ‘Het was de eerste keer dat we uien naar Oost-Afrika exporteerden. Volgens jaar kunnen we wellicht van die contacten profiteren.’