Duits deel van Betuweroute waarschijnlijk later klaar

De aanleg van het Duitse deel van de Betuweroute moet volgens planning in 2022 klaar zijn. Bezwaarprocedures van omwonenden en milieuorganisaties dreigen de bouw echter te vertragen. Van de twaalf benodigde vergunningen is er tot op heden nog maar eentje binnen, bericht het FD op 18 april 2016.

Het gaat om de aanleg van het ‘derde spoor’, de verlenging van de Betuweroute over een lengte van 70 kilometer tussen Emmerik en Oberhausen. Het traject is van groot belang voor de Rotterdamse haven en kost circa 1,5 miljard euro. DB Netz, de dochteronderneming van Deutsche Bahn en tegenhanger van ProRail, is verantwoordelijk voor de uitbreiding. Vorig jaar startte het de bouwvoorbereidingen.

Op dit moment heeft de spoorwegonderneming echter pas één vergunning binnen van de twaalf die ze in totaal nodig heeft. Als de vergunningen er eenmaal zijn, kunnen omwonenden, lokale overheden, milieu- en dierenbeschermingsorganisaties ook nog bezwaar aantekenen. De kans dat de aanleg vertraging oploopt is dan ook groot, zeker gezien de uitgebreide mogelijkheden die het Duitse recht biedt voor protestprocedures.

Derde spoor op prioriteitenlijst

Woordvoerder Kirsten Verbeek van DB Netz meldt in het FD dat het derde spoor op de prioriteitenlijst van de Duitse overheid staat. Dat betekent dat bezwaarprocedures weliswaar kunnen leiden tot gedwongen aanpassingen, zoals hogere geluidsmuren, maar de bouw niet kunnen blokkeren. Wanneer de elf resterende vergunningen afgegeven worden, kan ze niet zeggen. ‘Dat ligt bij de autoriteiten.’

Eventuele vertraging kan ertoe leiden dat alternatieve routes via Venlo en Bad Bentheim langer gebruikt moeten worden. Ook wordt een derde alternatief overwogen, via Heerlen/Herzogenrath. Genoemde routes zijn nodig omdat door de bouwwerkzaamheden in Duitsland in bepaalde periodes minder treinen over het Betuwetraject kunnen rijden. Door de verlenging van het spoor zal de capaciteit van de Betuweroute flink stijgen.